‘Problems of the loom’

“PROBLEMEN VAN HET WEEFGETOUW
Wat voor een type weefgetouw of weefgetouwen een weefopzichter ook onder zijn hoede heeft, nieuwe problemen ontstaan vrijwel iedere dag, en deze kunnen alleen worden opgelost met geduldig onderzoek, een scherpe blik, doordacht experimenteren, en met een ijzeren wil om de moeilijkheden te overwinnen. Wanneer er meerdere weefopzichters zijn aangesteld, dan mag de een de ander ondersteunen wanneer deze in verwarring is, maar om zelfredzaam te kunnen zijn dient men het gevecht met ieder probleem tot het einde aan te gaan.

J.W. HUTCHINSON, 1949
Praktisch beheer van weefgetouwen & garen “

Het hele weefproces vraagt van het begin tot het einde alle aandacht. Van de opzet van het klossenrek met garen, scheren van de ketting, het opbomen, inrijgen, rieten, aanknopen, aanbinden, spoelen winden, weven, afhalen, afwerken tot aan het nabehandelen. En hoe goed ik alles ook voorbereid, ik kom gegarandeerd verassingen tegen. Iedere dag, bij ieder project. Soms is het gewoon een stomme fout; even niet opgelet, even afgeleid, even wat tussendoor gedaan.

Maar soms weet ik zeker dat ik alles goed heb gedaan en gaat het toch mis. Scheringdraden die breken, een sprong die maar niet mooi gelijkmatig wil openen, onverklaarbare ongelijkmatige aanslag, een vreemde fout in het patroon. Ondertussen heb ik mij er bij neergelegd dat het tegenkomen en oplossen van dit soort problemen niet ‘een fout’ is maar onlosmakelijk met een ambacht verbonden is.

Dat maakt dat niet een dag hetzelfde is en dat je telkens weer voor verassingen komt te staan. Weven is leven met de eigenzinnigheid van garens en weerbarstigheid van technieken. Het is leuk om in een handboek van bijna 80 jaar oud te lezen dat daarom ‘geduldig onderzoek, een scherpe blik, doordacht experimenteren, en met een ijzeren wil om de moeilijkheden te overwinnen, ook toen al een vast onderdeel je kwaliteiten als wever moeten zijn.