Plaids in blokkeper

Plaids zijn in meerdere opzichten heerlijke weefprojecten. Dat begint al bij het uitzoeken van de materialen, het voelen en ruiken aan de strengen wol, het combineren van kleuren en kiezen van een patroon. Deze twee plaids moesten een rustige uitstraling krijgen. Het (blok)patroon wordt dan ook voornamelijk gevormd door de subtiele afwijking tussen de lichte schering en de donkere inslag. Lees mee hoe de strengen wol tot plaids zijn geweven.


Project : Twee plaids ongebleekte Noorse wol ca. 1,4 x 1,9 meter
Soort weefsel : Block twill (blokkeper) klassieke dräll
Weefgetouw : Öxabäck 150 cm, 8 schachten, 8 trappers, contramars


Omschrijving:
Deze wollen plaids weef ik in een keperbinding met een blokpatroon dat bestaat uit twee blokken die elkaar afwisselen. Een blok op de voorste vier schachten en een blok op de achterste vier schachten. Door een lichte schering te gebruiken en een donkere inslag in dezelfde kleurtoon hoop ik hierdoor een subtiel repeterend patroon te krijgen. Het basispatroon bestaat steeds uit drie lichte en drie donkere blokken. De boorden van de plaid verminder ik naar twee en dan naar één blok aan de buitenkanten.

Scheren: Voor twee plaids van 2 meter lang met aan beide kanten 15 cm franjes en een meter voor proefstukken en aanbinden heb ik een schering nodig van ongeveer 5,5 meter. Omdat het in totaal 712 kettingdraden betreft heb ik de schering in drie delen opgedeeld. Met het maken van de schering ben ik een ochtend bezig geweest. 

Opbomen: Het opbomen doe ik meestal via twee of drie staanders en een dwarsligger. In dit geval met tweeënhalf kilo gewicht aan iedere schering. Deze wol laat zich vrij makkelijk opbomen. Alleen bij de kruislatten altijd goed opletten of de draden wol niet aan elkaar plakken. Iedere keer weer prachtig wanneer de schering mooi strak in de evenaar en de kruislatten ligt!

Inrijgen: Het inrijgen gaat met deze wol en 5 draden per centimeter vrij snel. In totaal zaten alle 714 kettingdraden in vijf uur netjes op hun plek. De blok-inrijging is niet ingewikkeld, maar juist dan is het heel goed opletten dat je niet op de automatische piloot overstapt en ergens een blokwisseling mist! 

Inrieten: Voor dit project gebruik ik een riet van 50 openingen per 10 cm. Dat betekent dus één scheringdraad per rietgat. Het rieten is iedere keer weer een extra controle op eventuele scheer- en inrijgfouten. Simpel maar heel belangrijk werk dus waar je voor 100% je aandacht bij moet houden. Met het inrieten ben ik ongeveer twee uur bezig geweest. 

Aanbinden: Bij het aanbinden begint het allemaal voor het eerst ergens op te lijken. De schering staat mooi strak en alles lijkt te popelen om aan het werk te gaan. 

Opbinden: Voor het opbinden haal ik eerst de schemels uit het getouw zodat ik alle ruimte heb om de koorden aan de korte- en lange schemels te bevestigen. Ik heb de schemels van mijn getouwen voorzien van ogen en de trappers van pennen. Door Texsolv koorden van een standaard lengte aan de ogen te bevestigen met daar onderaan een ring die met de trapperpen kan worden vastgemaakt wordt het opbinden snel, overzichtelijk en nauwkeurig.

Nadat alles is aangebonden bevestig ik de schemels weer in het getouw en bind ik de trappers aan. In dit geval gebruik ik acht van de tien trappers, en laat ik de binnenste twee vrij zodat ik makkelijk het A-blok (eerste vier pedalen) en het B-blok (tweede vier pedalen) kan voelen bij het trappen.
Als alles is opgebonden kan ik de schachten losmaken en controleren of ik een mooie sprong heb (De sprong is de ruimte tussen de scheringdraden van de schachten die naar boven gaan en naar beneden). Ook kan ik door in de sprong te kijken goed zien of er ergens nog een scheringdraad verkeerd zit. En ook deze keer zag ik een klassieke fout: twee draden waren gekruist ingeriet. In deze fase is dat nog makkelijk te herstellen. Als je eenmaal begint met weven dan heb je dus extra werk bij een gekruiste draad.

Weven: Na alle voorbereiding kan ik eindelijk aan de slag met het weven. En als alles op elkaar is ingespeeld, dat wil zeggen, als het getouw goed is ingericht, eventuele fouten tijdens het scheren, inrijgen en inrieten eruit zijn gehaald, en ik heb de slag van de trapvolgorde van dit patroon weer ‘in mijn systeem’ zitten, dan is het weven een heerlijk repeterende, rustgevende bezigheid!

Ik kon uit deze schering twee plaids halen. Na het afronden van de eerste plaid laat ik een stuk schering open voor de franjes die ik voor de afwerking wil gebruiken. Voor de tweede plaid op deze schering gebruik ik een donkerde inslag waardoor het patroon iets duidelijker ‘uit de verf’ komt.

Afwerken: De kettingdraden van beide plaids heb ik in franjes gedraaid (6 kettingdraden per streng). De zelfkanten zien er prachtig uit dus daar heb ik ook niets meer aan gedaan.

Nabewerken: Tenslotte zijn beide plaids de wasmachine ingegaan op een wolwasprogramma met een wolwasmiddel. Daarna in de droger, heel voorzichtig en iedere tien minuten even kijken.

En dit is het resultaat:

Projectdetails

Schering:
• Noorse wol ongebleekt 6/2 (licht)
• 5 draden per cm
• 712 kettingdraden plus aan de zelfkanten een zwevende kettingdraad in verband met het afsluiten van de keperbinding.
• Totale schering lengte 5,40 meter (2 plaids van 1,90 met 2x15cm franjes en 1m proef en afval)
Inslag:
• Noorse wol 6/2 (donker)
• 5 draden per cm
• 968 inslagen
Afwerking : Getwijnde en geknoopte franjes, gewassen en eventueel opgeruwd.