‘Old School’ weefles

Met enige regelmaat krijg ik een grote doos aangeboden van een dochter of zoon die het huis van hun overleden moeder aan het opruimen zijn. Daar zijn ze dan een schap vol ordners tegenkomen vol met aantekeningen en vele nauwkeurig beschreven en gesorteerde proeflapjes uit de tijd dat hun moeder nog enthousiast weefster was. Het is iedere keer weer heel bijzonder om zo’n archief onder ogen te krijgen en te mogen doorbladeren.

Het is wonderlijk dat er, in zeg vijftig jaar, aan de ene kant ongelofelijk veel veranderd is in het aanbod van informatie (bijv. via internet, blogs, vlogs, instructiefilmpjes, weefprogramma’s). Aan de andere kant is het principe van weven in de afgelopen duizend jaar niet of nauwelijks iets veranderd.

Hoe eenvoudig het nu is om even een link naar een interessante site over een bepaalde weeftechniek op te slaan. Dat vroeg voor die tijd wel veel meer moeite en doorzettingsvermogen. Ik zie soms hele mappen volgeschreven staan met aantekeningen uit weeflessen, hele bladzijden overgetypt uit weefboeken. Engelse, Zweedse en soms zelfs Finse weefboeken waarbij in de kantlijnen met potlood de vertalingen in het Nederlands zijn geschreven. De docenten die hun weefles al iets beter hadden voorbereid zorgden ervoor dat ze hun lesmateriaal al netjes met behulp van een stencilmachine vermenigvuldigde en aan hun leerlingen uitdeelden.

Veel respect en bewondering heb ik voor de minutieus getekende weefbrieven waar soms met potlood, soms met pen de rasters voor inrijg, trapvolgorde, aanbinding en patroontekening zijn getekend. Hierop zijn schering en inslaggarens vervolgens weer met kleurpotlood of stift ingetekend. Hoe anders is dit nu. Een raster zet je gauw even uit in een spreadsheet programma als Excel, je print het uit en kopieert het honderd keer en vervolgens kun je beginnen met intekenen. Waarschijnlijk zul je nog vaker op een gegeven moment gebruik gaan maken een van de vele handige weefprogramma’s op de computer of tablet waar je elke weefbrief die je maar kunt bedenken download van een website of ter plekke zelf digitaal vormgeeft.

Wat nog niet is veranderd zijn de resultaten van al je lessen en uitprobeersels: de proefweefsels. Ook ik heb stapels lapjes, delen van weefsels die overbleven, stukken waarin iets is misgegaan of proefjes waar ik een andere trapvolgorde, aanslag of inslagdraad heb uitgeprobeerd. Daarvoor geldt echter hetzelfde als bij (digitale) schoenendozen vol met foto’s: Je moet ze om de zoveel tijd doorspitten, selecteren, categoriseren, beschrijven en netjes opbergen, anders weet je niet meer wat je allemaal hebt gedaan. Ik weet hoeveel zelfdiscipline dat vraagt, dus kijk ik ook hier weer met veel bewondering naar de prachtig ingekaderde lapjes stof, keurig voorzien van alle benodigde informatie in de vorm van een kleine weefbrief zodat ik ze, decennia later, zomaar weer op een weefgetouw tot leven kan wekken.